Ter land, ter zee of in de lucht

13 februari 2013 - San Carlos, Nicaragua

De pond terug van Omotépe naar het vaste land was een andere dan de schommelschuit van de heenweg. Dit keer een degelijke boot met een bar, goeie stoelen en andere luxe toestanden. Al gauw bleek waarom. Deze boot heeft hiervoor in hele andere wateren gevaren. Hollandse wateren! De Nicaraguanen hebben niet de moeite genomen de Nederlandstalige bewegwijzering te verwijderen. We kwamen teksten tegen als: "naar het zonnedek". Na de boot kwam de bus die ons bracht naar Masaya; een stad bekend om haar markten en souvenirs. Een perfecte bestemming, want dat zijn nou net twee dingen hier in Midden-Amerika waar ik nooit genoeg van krijg! De meeste toeristen doen Masaya als dagtrip. Dat zal wel de verklaring zijn voor het gebrek aan restaurants, maar verder is het een gezellige stad. Toen was het tijd om afscheid te nemen van Lydia en door te reizen naar Managua.  

Grappig dat ik van tevoren dacht alle hoofdsteden te vermijden, en dat ik ze uiteindelijk toch allemaal bezoek! De meeste backpackers zien een nacht in een van de hoofdsteden als een noodzakelijk kwaad en snappen niet hoe ik het er langer uit hou, maar op de een of andere manier ben ik toch steeds weer nieuwsgierig. In Managua zag ik onder andere de grootste markt van heel Midden-Amerika. Maar ik was hier ook omdat ik naar de Corn Islands wilde. Twee eilanden 70km uit de Caribische kust zouden een waar paradijs zijn. De grote vraag: vliegen (duur, snel, meteen de volgende dag) of de land en zee route (goedkoop, langzaam, afhankelijk van boten met beperkte vertrektijden, slechte aansluitingen, horror verhalen over zeeziekte waar zelfs eventuele koeien aan boord niet aan ontsnappen... wel veel avontuurlijker). De perfecte oplossing: heen vliegen en terug met de boot. Zo kon ik er meteen de volgende dag heen, zo lang of kort blijven als ik wilde en op de terugweg wat geld besparen en het avontuur tegemoet.

Eenmaal in de lucht werd ik ontzettend blij van mijn beslissing. De vlucht op zich was het geld al waard! Een klein vliegtuigje met ruimte voor maar 12 passagiers is een totaal andere ervaring dan die lompe grote toestellen die ver boven de wolkengrens vliegen. Nu zat ik letterlijk met mijn hoofd in de wolken. Eenmaal geland nam ik de boot vanaf Corn Island naar het kleinere (de naam zegt het al) Little Corn Island. Het bleek iets populairder dan ik dacht en alle goedkope accomodaties zaten vol, waardoor ik de eerste nacht heb doorgebracht in een tent! Opzich geen probleem natuurlijk, ware het niet dat het 's nachts ging regenen en de tent daar niet geheel tegen bestand was. Gelukkig vond ik de volgende ochtend iemand om een hutje mee te delen zodat het betaalbaar bleef. Ik heb hier verder niet bijster veel gedaan. In ongeveer twee uur loop je het hele eiland rond. Verder heb ik genoten van zon, zee en strand. Ook was ik Charlotte weer tegen gekomen, die ik eerder had ontmoet op de Bay Islands in Honduras. Met nog wat andere mensen een ontbijtje hier, een drankje daar. Heel relaxed allemaal. Op de laatste dag nog even een haai gezien tijdens een snorkeltour. We zochten al een hele tijd snorkelend op open zee naar een haai. We wilde het al bijna opgeven, tot ik er een ontdekte verscholen onder het koraal. Dus ik kom boven water en roep: "Shaaarrkk! Shark!", maar iedereen zat in zijn eigen onderwaterwereld en niemand hoorde me. Gelukkig bleef de haai stil liggen en kon uiteindelijk iedereen hem zien. Een ander wild dier dook in mijn hut op. Ik had mijn rugzak half open op de grond laten liggen en toen ik terug kwam lagen de dingen anders dan ik ze had achter gelaten. Hmmm... Bij nader onderzoek vond ik allemaal krantensnippers in mijn rugzak. Het beest had het gemunt op mijn zorgvuldig ingepakte souvenirs! Ook plastic vormde geen belemmering voor dit kleine monstertje. Bij één pakketje had hij de inhoud bereikt en een stukje hout afgeknaagd.  

De terugreis was andere koek. Ik ging terug naar Big Corn om daar een nacht te slapen. De volgende dag had ik alle tijd om het eiland te verkennen, want de boot ging pas in de avond. Geen toeristen, nauwelijks hotels en restaurants, maar daardoor wel iets authentieker. 's Avonds kon ik kiezen uit twee boten. De Islena zou me niet alleen naar het vaste land brengen, maar ook een stuk de rivier op. Daarmee zou ik me een overstap op een speedboot besparen. Ook was deze goedkoper en vertrok hij een uur eerder. Perfect, zou je zeggen. Maar de Island Express II, die niet verder zou gaan dan de kustplaats Bluefields, bood iets dat de doorslag gaf: een hangmat. De eerste had nog niet eens een stoel om op te zitten. Ik bezette om 7 uur de hangmat op de Island Express II en besloot er niet meer uit te komen behalve in noodgevallen. Er waren maar vier hangmatten en misschien wel 100 passagiers, dus je begrijpt waarom. Onder mij stroomde de boot vol met Nicaraguanen die een plekje zochten op de grond. Gek genoeg leek niemand geïnteresseerd in de overige drie hangmatten, want die bleven leeg. Om 10 uur vertrokken we dan eindelijk. De boot deinde op en neer, mijn hangmat wiegde heen en weer en ik viel in slaap.  

Rond 5 uur 's ochtends kwamen we aan in Bluefields. Het was donker, het regende en de haven zou niet misstaan in een misdaadfilm. Ik werd doorverwezen naar een terminal voor de speedboot, ergens verscholen aan het eind van een smalle steeg. Door een telfout eindigde ik als 21e in een boot die ruimte bood aan 20 man, maar dat was natuurlijk geen enkel probleem! Ik kon plaatsnemen naast de kapitein. Hij gebaarde dat ik niet te dicht bij de kant moest zitten. Toen hij met lage snelheid de haven uit manoeuvreerde bleek waarom; de eerste sloot water kwam over de rand. Gelukkig was ik opgeschoven! Maar ik had het kunnen voorspellen; de tweede keer was ik minder gelukkig en kreeg ik de volle laag. De kapitein keek me aan met een verontschuldigende grijns. Daar zat ik met mijn natte shirt in de ijskoude wind, de zon nog onder. De speedboot raasde met een noodgang over de brede rivier en wat zag ik daar? De Islena dobberde rustig aan onze linker zijde en verdween langzaam achter ons weer uit het zicht. Alles in mij realiseerde zich dat ik op die boot had moeten zitten. Terug naar de harde realiteit. Ik mocht het vest van de kapitein lenen maar na een tweede vloedgolf was ook die doorweekt. Ik stelde me al voor hoe ik de laatste week in bed zou doorbrengen met een longontsteking. Gelukkig had ik het vest over mijn reddingsvest heen aangetrokken, wat zorgde voor een isolerende laag. Maar goed, dit boottochtje van anderhalf uur mag de boeken in als het minst aangename moment van de reis. In El Rama pakte ik de bus naar Juigalpa waar ik 's middags aankwam. Ik was nog nooit zo blij met een vreemd bed.

Ik ben de volgende dag doorgegaan naar San Carlos; een vredig plaatsje dicht bij de grens met Costa Rica. Hier wacht mijn laatste avontuur. Ik ga op weer een boot over de beroemde Rio San Juan naar El Castillo. Deze rivier vormt een groot deel van de grens met Costa Rica en moet heel mooi zijn. Nog maar 1 week!

Foto’s

6 Reacties

  1. Hester:
    13 februari 2013
    Zowee! Haha. Wat een avonturen beleef jij. Ik lach me suf. :p maar wel zielig dat je zo nat en koud werd. Ik zie het helemaal voor me hoe jij naast die kapitein je als Alfred jodocus kwak zit te verbijten. (Ik moet bij
    alles wat jij doet aan Alfred denken, weet ook niet hoe het komt.)
    Veel plezier nog in je laatste week en wordt niet ziek!
    X!
  2. Hester:
    13 februari 2013
    Wordt, maar dan zonder t. ;)
  3. Jeanine:
    13 februari 2013
    Lieve Twan,

    Wat een verhaal weer. Het wordt steeds gekker. Heb je geen kou gevat?
    Wel heel fijn dat je weer gauw naar huis komt. Voor jou wel jammer natuurlijk. Maar wij kijken naar je uit!! We zullen een warme jas voor je meenemen want hier vriest het en er is nog steeds sneeuw.
    Lezen we je laatste avontuur nog op je reislogger (als alle boottochten veilig zijn afgelopen)?

    Heel veel liefs,

    mama
    xxxxxx
  4. Peter, Marja Mark en Koen:
    13 februari 2013
    Hoi Twan.
    Al die belevenissen doen ons denken aan de reisverhalen van Boudewijn Büch. Van bizarre dingen tot heel ontroerende ervaringen. Fijn dat je niet zeeziek werd. De tijd vliegt, volgende week zien we je weer. Sterkte, we nemen onze ijsmuts voor je af, Peter, Mark,Koen en Marja.
  5. Opa en Oma:
    14 februari 2013
    Hallo Twan,
    Onze haren rijzen ter bergen, vooral van oma, als we lezen over je ontmoeting met die haai. Ook de ontberingen op die boot moet niet aangenaam geweest zijn. Maar het hoort er allemaal bij denken we maar.
    Nu maar verder wachten op je behouden thuiskomst. Geniet nog maar verder. Groeten en kusjes van oma.
    Opa
  6. Jeanine:
    14 februari 2013
    Het was geen gevaarlijk soort haai (dacht ik te zien).

    Geniet nog maar even Twan, hopelijk door lekker uit te rusten aan een warm strand.